- gezond
- {{gezond}}{{/term}}1 [niet ziek] 〈bijvoeglijk naamwoord〉 en bonne santé2 [algemeen] 〈bijvoeglijk naamwoord〉 sain; 〈bijwoord〉 sainement♦voorbeelden:1 een gezonde baby • un bébé en pleine santéeen gezonde kleur hebben • avoir de belles couleurseen paar gezonde wangen • une paire de belles joues fermesgezond en wel • sain et saufiemand gezond maken • guérir qn.er gezond uitzien • avoir bonne mineweer gezond worden • se rétablirzij is door en door gezond • elle a une santé de fer2 〈figuurlijk〉 een gezond bedrijf • une exploitation rentablede gezonde berglucht • l'air salutaire de la montagneeen gezond klimaat • un climat saineen gezond oordeel • un jugement saineen gezonde slaap • un sommeil réparateurdat is geen gezonde toestand • c'est une situation malsainegezond leven • vivre sainementiets gezond maken • assainir qc.gezond oordelen • juger sainementgezond redeneren • raisonner justegezond wonen • vivre dans un environnement salubre
Deens-Russisch woordenboek. 2015.